Mijn grootste angst was altijd om later burgerlijk te worden: ’s avonds zappend op de bank. Een gruwel voor een bezig bazinnetje als ik.
Ik krijg bakken energie van mensen om me heen, m’n mobiel is standaard binnen handbereik en agenda-management helemaal m’n ding: “Ah ik zie een gaatje, daar kan nog wel een afspraak bij!” Totdat ik in ging zien, dat ook ík dit leven niet altijd vol kan blijven houden.
Ik doe het licht wel uit
Ik hou van mensen en gezelligheid. Geef mij een feestje en ik word enthousiast van al die mensen. Ik stort me erin en kom als laatste weer naar buiten. Ik doe het licht wel uit. Als Joop het na een paar uur welletjes vindt en ik beloof dat we 10 minuten later gaan, dan weet hij bij voorbaat dat het nog een uur kan duren.
Daarnaast spreek ik regelmatig af met vriendinnen, collega’s en bekenden. Het lijstje groeit met mensen die ik aandacht geef. En bij Joop denk ik: “Maar die is er toch altijd? Dan kan ik nu beter met een ander kletsen. Hij komt later wel weer aan de beurt”. En zo schuift hij steeds verder naar onder op mijn lijstje, totdat hij zich begon af te vragen hoe belangrijk híj nu eigenlijk voor mij is.
Eerst vond ik dat een beetje overdreven, maar toen we elkaar steeds vaker nieuwe dingen hoorden vertellen als we met vrienden hadden afgesproken, begon het toch gênant te worden.
Agenda, afspraken en prioriteiten
Ik krijg nou eenmaal energie van dingen doen. Liefst sta ik na mijn werk 10u per week op de tennisbaan achter een geel balletje aan te rennen, ben ik actief voor de kinderen op school, in de buurt, de tennisclub en in de kerk. In het weekend doe ik zo nu en dan een dansje of schuif ik aan voor een avondje cabaret en een goed glas wijn. En die ene avond in de week dat ik niets gepland heb staan, plof ik ’s avonds om 20u doodmoe op m’n bed om gelijk in slaap te vallen. Heul gezellig voor Joop.
Foto: Unsplash / Christopher Harris
En dan die telefoon…
Ik ben er niet trots op, zeker niet. Maar m’n telefoon is het eerste dat ik wil bekijken als ik ’s ochtends wakker word. Ik draag het de hele dag met me mee en ’s avonds voordat ik in slaap val schurk ik nog even tegen hem aan. Joop en ik grappen wel eens naar elkaar: hij heeft een relatie met Ivone en ik met Sam Sung. Maar diep van binnen vind ik dit helemaal niet zo grappig en ben ik gewoon stikjaloers. Jaloers op zijn scherm die de aandacht krijgt waar ik naar verlang. Waarom doe ik dan zelf precies hetzelfde?
Goddank voor de zomer
Maar goddank kwam daar eindelijk de zomer. Voor mij een tijd om uit de bekende patronen te stappen en m’n leven van een afstandje te bekijken. Ik vroeg me af hoe leuk ik dit leven nou eigenlijk echt vind, hoeveel voldoening het geeft en hoe ik dit in vredesnaam al die jaren heb volgehouden. Er was afstand gekomen tussen mij en de mensen die ik het belangrijkst vind (m’n lieve man en zoons) en ergens was ik het contact met mezelf verloren. Eigenlijk was ik alleen maar aan het doen en vergat ik om ook gewoon te ‘zijn’ en voelen wie ik ben.
Doe maar lekker burgerlijk
Dus heb ik besloten het roer om te gooien. Ten eerste moet ik maar eens accepteren dat ik 37 ben. En dat die energiebuffer van 15 jaar geleden schrikbarend snel is opgedroogd. De nacht gebruiken om te slapen is daarom geen gek idee.
En dan die haat-liefde verhouding met mijn telefoon: hup de slaapkamer uit met dat ding! Al m’n meldingen heb ik uitgezet, Whatsapp wordt niet meer binnen 5 minuten beantwoord. Dat voelt als een bevrijding zeg!
Ook ontdek ik nu dat witruimte in je agenda, niet per sé opgevuld hoeft worden. Lekker chillen en verdwijnen in een boek of met een wijntje kijken hoe de zon achter de bomen zakt. Spontaan met man en zoons het bos in. De mooie dingen van het leven zien. En heel af en toe, superburgerlijk zappend op de bank. En juist door dit burgerlijk bestaan hoop ik dat mijn drie lieve mannen weer voelen dat zij voor mij echt het belangrijkst zijn.